Biodiversiteit

Volkstuinders zorgen ervoor, door zelf voedsel te verbouwen, dat het aantal voedselkilometers beperkt blijft: het eten komt van dichtbij. Ook eten volkstuinders betaalbaar, seizoensgebonden en gezond voedsel. Maar bovendien spelen volkstuinders een belangrijke rol in het behouden van de biodiversiteit. Volkstuinen vormen vaak onderdeel van ecologische verbindingen, de zogenaamde “groene corridors”, en leefgebieden voor wilde dieren en planten, wat de stedelijke biodiversiteit ondersteunt. ZWN maakt deel uit van zo’n groene corridor. Bovendien is ZWN een potentielocatie binnen het Natuur Netwerk Haarlem (voorheen Ecologische Hoofd Structuur); zie ook het Groenbeleidsplan van Gemeente Haarlem.

De natuur is flexibel en je kunt als tuinder en bewoner een hoop doen om biodiversiteit op de tuin te stimuleren, bijvoorbeeld:

1 Trek vogels en insecten aan (klik voor meer informatie)

Vogels, egels, padden, hommels, bijen, lieveheersbeestjes, vleermuizen, vlinders en tal van andere dieren heb je nodig voor een gezonde tuin. Heel veel dieren zijn nuttig en zorgen voor een natuurlijk evenwicht. Je kunt nestkastjes voor vogels of vleermuizen ophangen. Een takkenwal is waardevol voor vogels, insecten en kleine zoogdieren. Of maak een insectenhotel met kleine bundeltjes vlier of stammetjes met boorgaatjes, of een stapeling van stenen brokkenen hout. Op ZWN kun je verschillende voorbeelden bekijken, zo staat er een groot insectenhotel op het voorplein.

2 Gebruik inheemse planten (klik voor meer informatie)

Je kunt gebruik maken van planten die van nature goed groeien op een bepaalde locatie. Op ons tuinenpark hebben we een kleiige bodem, soorten die van nature op klei voorkomen doen het dus beter. Voorbeelden: ridderspoor, vingerhoedskruid, koninginnekruid en wilg. Zaden van inheemse plantensoorten (zowel eenjarige als vaste planten) zijn verkrijgbaar bij onze ZWN winkel, in tuincentra en via ecologische zadenhandels. Je kunt ook ruilen met je medetuinders, vrienden en buren, veel planten laten zich delen of zetten zelf zaad dat je weer kunt gebruiken voor nieuwe planten. Elk voorjaar koop je op de ZWN plantjesdag planten bij tuinders die deze zelf gezaaid of vermeerderd hebben.

3 Maak de tuin niet winterklaar (klik voor meer informatie)

Het winterklaar maken van een tuin in het najaar is helemaal niet zo logisch als het lijkt. Door vaste planten in het najaar helemaal af te knippen, verliezen ze hun natuurlijke bescherming tegen vorst. Overwinterende insecten, zoals lieveheersbeestjes, kunnen zich dan niet in holle stengels verstoppen en juist zij helpen ons in de zomer om de bladluizen onder controle te houden. Daarnaast dienen veel insecten weer als voer voor vogels. Het is vroeg genoeg om in het voorjaar (maart) alle dode stengels af te knippen. Vaak zie je de planten dan al vanuit de grond uitlopen. Als je toch kale grond hebt in het najaar, zaai hierop dan een groenbemester of mulch met een laag bladeren of compost.

4 Gebruik geen bestrijdingsmiddelen of kunstmest (klik voor meer informatie)

Vergif spuiten is absoluut ongewenst. Gif verstoort het natuurlijke systeem. Als je een giftig middel gebruikt tegen luizen of slakken, gaan ook andere dieren dood (bijv. het lieveheersbeestje, dat luizen opruimt en de egel, die slakken eet). Je kunt ziekten en plagen ook voorkomen door bijv. vruchtwisseling (het jaarlijks veranderen van de groeiplaats van groenten) of natuurlijke bestrijding.

5 Hergebruik materialen (klik voor meer informatie)

Volkstuinders zijn vanouds al kampioen hergebruik. Je koopt niet alles nieuw, maar gebruikt wat je al hebt of kunt krijgen. Zo vermijd je uitputting van grondstoffen. Denk aan compost, als hergebruik van oud plantenmateriaal. Takken die je snoeit maken een mooie takkenwal dan wel vlecht je tot een scherm. Vooral wilgentakken laten zich gemakkelijk bewerken. Stoeptegels, klinkers e.d. vormen opgestapeld een fijne schuilplaats voor amfibieën. Bij ZWN’s eigen kringloopwinkel kom je makkelijk aan hergebruikte tuinartikelen en ouderwets degelijk gereedschap.

6 Water

ZWN volkstuinen zijn in de winter vaak natte tuinen. Dit speelt vooral op de Singel en aan de Maluslaan. Het complex ligt op -/-0,7 meter onder N.A.P.. Het waterschap Rijnland houdt de tuinen droog, door water uit de treksloot (tussen de lanen Singel en Hazelaar) te malen naar het Noordzeekanaal. Wil dat lukken, dan moet iedere tuinder de sloten vrijhouden van begroeiing.

Omdat ZWN op kleigrond tuiniert, zakt een plas regenwater niet meteen in de grond weg. Ook geldt: hoe meer je tuin is betegeld, hoe lastiger het water in de bodem wegzakt. Een pad van houtsnippers of schelpen zorgt voor minder plassen op je tuin.

In de zomer ontstaat op sommige tuinen juist een watertekort. Veel tuinders sproeien hun planten met grondwater uit een (elektrische) pomp. Wees zuinig hiermee, zo maak je je planten sterker.

Sommige bomen hebben het moeilijk met de wisselende waterstanden bij ZWN. Ze wortelen ondiep omdat het grondwater hoog staat. In de zomermaanden reiken hun wortels dan weer niet diep genoeg en gaan ze dood. Of ze wortelen te diep en de wortels rotten weg als de waterstand hoger wordt.

Tip: Kijk naar de planten die het goed doen op jouw laan en kies voor planten uit diezelfde familie. Kies bij een fruitboom voor een met een onderstam geschikt voor kleigrond.

Wilt u meer weten over biodiversiteit en ecologisch tuinieren, kijk dan eens op deze sites:

https://www.avvn.nl/natuurlijk-tuinieren/biodiversiteit
www.operatiesteenbreek.nl
https://haarlem.nl/duurzaam/je-huis-en-tuin-vergroenen
https://www.tuinrangers.nl/zelf-aan-de-slag
https://velt.nu/ecologisch-tuinieren